Een andere benadering voor het vraagstuk bodemdaling

In West- en Noord-Nederland zien we dat veel veenbodems langzaamaan ‘oplossen’. De polders komen dieper te liggen, de peilen moeten omlaag, de pompen moeten harder draaien. De gemiddelde politieke houding ten aanzien van bodemdaling en veenoxidatie in Nederland is ‘pappen en nathouden’. In dit geval staat dat vooral voor door- en droogmalen.

Juist het Jaar van de Ruimte is een goed jaar is om hier verandering in te brengen. Alleen al vanwege de trends die de laatste maanden in de media zijn geweest. Deze week zijn er wederom berichten verschenen dat het erg slecht gaat met de weidevogels. Ook hier is de strategie pappen en nathouden en dat is geen succes. Om deze trend om te buigen hebben we grote aaneengesloten gebieden voor weidevogels nodig, met hogere waterstanden dan nu het geval is in de gemiddelde polder.

In de laatste maanden is het melkquotum er af gehaald en de veestapel groeit aanzienlijk. Er komen veel koeien bij. Het is een goed moment om bepaalde polders aan te wijzen als beschermd natuur- en landschapsgebied en de landbouwfunctie er af te halen. Het worden beschermde landschappen omdat het peil zo ver omhoog gaat dat de veenoxidatie stopt en dat we het veenlandschap behouden. Al zal het landschap wel wat veranderen. In plaats van de dominante en eenzijdige groene kleur van Engels raaigras krijgen we een grotere diversiteit aan kleuren doordat er meer grassoorten in de polders staan, gecombineerd met fraaie slootkanten. Door een goed beheer van de natuurgebieden kunnen de weidevogels weer terugkeren.

Door de groeiende veestapel blijft de landbouwproductie in Nederland wel op peil. En de boeren in die gebieden dan? Ja, het is vervelend als er geen toekomst meer is voor jouw bedrijf op die plek. Maar dat gebeurt vaker in Nederland. Het aantal bakkers is de laatste decennia fors verminderd (ooit gehoord van een steunfonds voor bakkers?) en ook de boekwinkels nemen de laatste jaren fors af in aantal. Maar goed, ik begrijp dat enige compensatie op z’n plaats is als er van het ene op het andere moment wordt ingegrepen.

Het andere scenario is eindeloos doormalen, met toenemende kosten, zeker als de zeespiegel onverhoopt meer stijgt dan nu verwacht wordt. De veenpolders verdampen.

Bij het dure beheer van de laatste resten hoogveen wordt vaak verwezen naar de hoogvenen die nog over de Duitse grens liggen. Dat gelegenheidsargument hebben we met de laagveenpolders niet.

In veel situaties zie ik voordelen in de Nederlandse polderpolitiek. Maar in sommige situaties zie ik graag een bestuurder met een lef en een rechte rug.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *