In de discussie over de grondmarkt wordt ook veel niet gezegd

De bijeenkomst van #Foodfriend in de Rode Hoed over de grondmarkt was eigenlijk vooral interessant door alles wat er niet werd gezegd. Natuurlijk, het was een boeiende avond, met veel inhoud, in een hoog tempo gepresenteerd door onder meer Louise Vet en Krijn Poppe. Maar uiteindelijk kwam de kern van het probleem niet op tafel.

De startvraag in de uitnodiging wekt belangstelling op: “Grond wordt steeds duurder en steeds meer grondeigenaren gaan voor winst op korte termijn, ten koste van duurzaamheid. Wat gaan we er aan doen?”

Grondpolitiek

Discussieleider Felix Rottenberg schetste bij de aftrap eigenlijk al waar het mis is gegaan: in de jaren ’70 durfde het kabinet De Uyl het niet aan om in te grijpen in de grondmarkt en speculatie tegen te gaan. Nu leven we in een vrije grondmarkt met een, volgens de statistieken in beeld, buitensporig sterk gestegen grondprijs. Er gaat veel geld rond en op dat moment delven mooie, schone doelen als bodemkwaliteit en biodiversiteit het onderspit.

Hoe gedragen de afzonderlijke spelers zich in deze markt. Ik zet ze op een rij. Louise Vet, als woordvoerder van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel, zet in op vrijwillige verandering van gedrag bij alle betrokken spelers. Het Deltaplan is gemaakt zonder overheid. Alle hoop is gevestigd op vrijwillige aanpassing van bedrijfsvoering van alle betrokken organisaties, tegen de wetten van de economie in. Natuurlijk is het goed om deze poging in te zetten, maar hoeveel van dit soort initiatieven zijn echt geslaagd en hebben de economiewetten ondermijnd? Dat lukt alleen als er aan vergroening geld is te verdienen. En met biodiversiteit verdien je geen geld. Hoogstens als je op de hele lange termijn kijkt, maar waar gebeurt dat in de huidige economisch wereld? Jammer dat Louise Vet niet vertelde waarom ze denkt dat alle economische spelers binnen de coalitie Deltaplan Biodiversiteitsherstel hun gedag serieus gaan veranderen.

Daling boerenlandvogels

 

Het Franse voorbeeld

Krijn Poppe van Wageningen Economical Research gaf een degelijke toelichting op de economie van de grondmarkt. Dwars door alle theorie werd duidelijk dat niet verwacht mag worden dat er veel gaat veranderen. Hij sprak weinig vertrouwen uit in overheidsingrijpen, maar noemde tegelijkertijd de aanpassing van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid als enig instrument dat misschien iets zou kunnen veranderen in de huidige situatie. Hij vergat erbij te zeggen dat niet verwacht mag worden dat zich hier hele grote veranderingen gaan voordoen. Veel andere lidstaten willen het liever houden zoals het is, en eigenlijk willen LOTO, VVD en CDA dat ook. In de aanloop naar de huidige GLB- periode hebben de huidige coalitiepartners VVD, CDA en CU de vergroening van het GLB deskundig uitgekleed tot een pakket met nul effect. Er zijn weinig tot geen aanwijzingen dat deze partijen in de afgelopen vijf jaar een nieuwe visie hierop hebben ontwikkeld.

Overigens opmerkelijk dat Poppe zich niet positief uitliet over overheidsingrijpen. Kees van Biert van de Stichting Grondbeheer Biologisch Dynamische landbouw, merkte in zijn opleiding namelijk op dat de grondprijs zich in Frankrijk heel anders had ontwikkeld in de laatste halve eeuw, juist door overheidsingrijpen. De regulering van de overheid aldaar richt zich juist op de kwaliteit van de grond. Daar gloorde een antwoord op de startvraag van de avond, maar de Franse situatie werd niet uitgediept.

Stijging grondprijs in Nederland

 

Rationele beslissing?

Vanuit de agrarische wereld gaf de pas gestarte boerin Marije Klever een schets van de situatie van haar bedrijf. Ze vertelde dat ze flink moest investeren om het melkveehouderijbedrijf over te nemen. Ze moest haar ouders uitkopen, de lopende hypotheek overnemen en tegelijkertijd kwam de grond van de buurman beschikbaar. Ze rekende voor dat de grond van buren per hectare meer geld aan rente kwijt was dan ze er aan zou kunnen verdienen. Dat klinkt dus als zeer onverstandig. Toch applaudisseerde de hele zaal toen duidelijk werd dat ze het toch had gedaan. De emotionele reden achter deze actie is: buurman’s grond komt maar één keer te koop. Maar wat kan de rationele gedachte zijn achter deze beslissing? Dat antwoord is niet op tafel gekomen, daar moeten we naar gissen.

Vermoedelijk is het de gok dat de grond nog duurder gaat worden? Kun je dit een vorm van speculatie noemen?! Dat verklaart misschien ook waarom een boer uit de zaal, Piet Hermus, meldde: “Wat hebben we er aan om de grond goedkoper te maken, het moet geen wegwerpartikel worden!” Waarschijnlijk zijn boeren toch overwegend tevreden met de stijgende grondprijs. De neiging om uit vrije wil er minder geld voor te vragen zodat de koper de grond op een meer duurzame wijze kan beheren zal erg klein zijn.

Die wet geldt ook voor de verpachters. In de bijeenkomst werd verzucht dat verpachters vaak een hoge prijs vragen, waardoor de pachter wel intensief moet werken. Een enkele overheid is bereid om genoegen te nemen met een lagere pacht onder voorwaarde dat er duurzaam wordt geboerd. Dat zal niet gelden voor de grote meerderheid. Zij denken als ‘normale’ investeerders en beleggers: we gaan voor het maximum. Impliciet straalde de Rabobank-vertegenwoordiger Harry Smit dit op de bijeenkomst al uit. Hij pleitte vooral voor meer onderzoek, een bekende strategie als je niet van plan bent iets te veranderen in je gedrag. (Onderdeel van de vaak toegepaste bekende trits negeren, bagatelliseren, traineren.)

Overheidsingrijpen

Daarom vraag ik me af: hoe lang blijven we nog vasthouden aan het idee dat bedrijven, beleggers, investeerders, grondeigenaren en boeren uit vrije wil massaal gaan afzien van het maximaal uitnutten van de vrije markt. Bij consumenten hebben we gezien dat na zo’n 40 jaar 3- 5 % van de bevolking kiest voor de hogere prijzen van biologische producten. Misschien is dit een goede afspiegeling van de hele maatschappij en dus ook van de wereld van beleggers, grondeigenaren en boeren?

De enige conclusie die ik kan trekken is: als we substantieel iets willen redden aan biodiversiteit en bodemkwaliteit zal de overheid moeten ingrijpen. Anders zal het beperkt blijven tot 3 – 5% goedwillenden. U kent ze wel, de goedwillenden die telkens op het podium worden gezet om te laten zien dat het goed gaat komen. Terwijl ondertussen de statistieken van de grondprijs omhoog en die van de biodiversiteit op het platteland omlaag gaan. Met de VVD in de regering is het daarom niet moeilijk om de toekomst te voorspellen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *